DE PORNOGRAFISCHE DISCUSSIE

Wat is de functie van pornografie? Alleen een middel om geld te slaan uit seks of heeft pornografie een serieuzere kant: stelt zij seksualiteit ter discussie op een manier die buiten het bereik valt van een ander literair genre? De geschiedenis leert dat de pornografie steeds weer op een eigen manier seksuele thema’s ter discussie stelt en daarmee de motor vormt voor een maatschappelijk debat. Veelal in afwijzende zin door de afkeuring die pornografie oproept vanuit vrouwenbewegingen of kinderbeschermingsorganisaties. Soms ook genuanceerder en een heel enkele keer vanuit een onomwonden positief standpunt. Pornografie is van alle tijden, maar ziet er niet in alle tijden hetzelfde uit. Iedere tijd heeft zijn eigen visie op seksualiteit en leidt deze in maatschappelijke banen. De pornografie stelt deze kanalisering, deze domesticering van ongebonden seksuele lusten ter discussie vanuit een eigen visie op de seksualiteit.

Geschiedenis

De huidige pornografie heeft een geschiedenis die ergens in het midden van de achttiende eeuw begint bij de libertijnse traditie van edelen die seksuele genietingen en de beschrijving daarvan hoog in het vaandel voeren. Het werk van de markies De Sade die wel de grootste pornograaf aller tijden wordt genoemd vormt het onbetwiste hoogtepunt van deze traditie. De constructie van pornografie als homogeen genre dateert van latere tijd, ongeveer vanaf het midden van de negentiende eeuw, wanneer als gevolg van de industriële revolutie een nieuwe burgerklasse zich genotmiddelen wil verschaffen die tot dan aan een maatschappelijke toplaag waren voorbehouden. Er ontstaan nieuwe mogelijkheden voor verspreiding van pornografische lectuur. Pornografie wordt druk verzameld en privécollecties worden weer ondergebracht in bibliotheken, overigens op een angstvallige, omzichtige wijze om moeilijkheden te ontlopen met censuur. Vrouwelijk schoon wordt in de negentiende eeuw niet alleen aangeprezen in pornografische literatuur, maar ook hooglijk gewaardeerd op de nieuwe huwelijksmarkten van de gegoede burgerij. Huwelijken worden minder eenzijdig op economische basis gesloten en meer op basis van liefde. Door het romantisch liefdesideaal krijgt de schoonheid van de vrouw grote waarde op de huwelijksmarkt, waarvan de industrie dankbaar gebruik maakt. De vrouw wordt niet alleen object van een pornoindustrie, maar ook van een dieetindustrie, een cosmetische industrie en een cosmetisch-chirurgische industrie. Naomi Wolf heeft uitvoerig de schoonheidsmythe besproken waaraan de burgerij zich onderwerpt ten koste van een eigen persoonlijke genotbeleving.[1] Sinds die tijd woedt de discussie over de voor- en nadelen van de pornografie: werkt deze onderwerpend of bevrijdend? Wordt de mens gevangen in een pornocode die al zijn seksuele gedragingen dwingend voorschrijft of maakt pornografie de mens zich bewust van seksuele verlangens en van mogelijkheden om daaraan op eigen wijze uiting te geven?

Momenten

De geschiedenis van de pornografie van de afgelopen eeuwen kent drie momenten. Het eerste moment van ontstaan doordat in het negentiende eeuwse huwelijksideaal seks en liefde gekoppeld worden en seks buiten het huwelijk niet wordt toegestaan. Pornografische geschriften uit die tijd handelen vooral over buitenechtelijke seks en de inperkingen van seks door het huwelijk. Een tweede moment voor de pornografie dateert uit de tijd van de seksuele revolutie van de jaren zestig uit de twintigste eeuw. Het wettelijk verbod op pornografie wordt opgeheven, waardoor de maatschappij door porno overspoeld wordt en pornografie van uitzondering regel dreigt te worden. Vrije seks wordt het parool en de pornografie levert scenario’s voor de uitleving van deze vrije seks. Het derde moment van de pornografie is van deze tijd nu porno niet alleen de maatschappij heeft overspoeld, maar via internet talrijke virtuele werelden heeft gecreëerd waarin seks gevonden kan worden die concurreert met daadwerkelijke seks uit het leven van alledag. De huidige pornografie is vooral een beeldcultuur, die onze privé-wereld diep doordringt en de grenzen vervaagt tussen privé en openbaar. Op internet is een tussenruimte gecreëerd tussen privé en openbaar, die publiekelijk toegankelijk is en waarin vrijelijk geëxperimenteerd kan worden met de vele aspecten van de menselijke seksualiteit.

Drie seksuele revoluties?

Martine Delfos spreekt niet van drie momenten maar van drie seksuele revoluties.[2] De koppeling van liefde en huwelijk in de negentiende eeuw noemt zij een eerste seksuele revolutie, de ontkoppeling van seksualiteit en huwelijk in de jaren zestig van de twintigste eeuw een tweede seksuele revolutie en de huidige ontkoppeling van seksualiteit en liefde heet dan een derde seksuele revolutie te zijn. Het nadeel om in al deze drie gevallen te spreken van een seksuele revolutie is dat seksualiteit op deze drie momenten een zeer verschillende functie heeft. Eerst wordt seksualiteit in de 19e eeuw opgesloten om daarna in de 20e eeuw te worden bevrijd en in de 21e eeuw economisch te worden uitgebuit. Opsluiting van seksualiteit in het huwelijk in de 19e eeuw kan bezwaarlijk een seksuele revolutie worden genoemd. Beter lijkt het om te blijven spreken van een in essentie industriële revolutie die handig inspeelt op de inperking van seksualiteit binnen het huwelijk en het daarmee gepaard gaande schoonheidsideaal. De seksuele bevrijdingsbeweging uit de jaren zestig die de seksualiteit uit de kluisters van het huwelijk bevrijdt wordt als zodanig terecht een seksuele revolutie genoemd, maar om de huidige digitale internet revolutie een seksuele revolutie te noemen stuit op dezelfde bezwaren als bij de industriële revolutie. De huidige commerciële uitbuiting van seks kan nauwelijks een seksuele bevrijding worden genoemd. Industrie en internet vormen de motor van revoluties, maar die revoluties moeten niet seksueel worden genoemd maar kunnen beter geboekstaafd blijven als industriële en digitale revolutie. Beide revoluties hebben grote gevolgen gehad voor de seksualiteitsbeleving, maar deze maakt niet de kern uit van de betreffende revolutie.

Van verbod naar gebod

Opgesloten in het huwelijk en gekoppeld aan liefde in de 19e eeuw wordt seksualiteit bevrijd uit het huwelijk in de jaren zestig van de 20e eeuw en ontkoppeld van liefde in de huidige 21e eeuw. In feite zijn we met deze bewegingen weer terug bij af, bij de situatie in de 18e eeuw toen de seksualiteit nog niet was opgesloten in het huwelijk en gekoppeld aan de liefde. Niets nieuws onder de zon, zoals zo vaak de boodschap van pornografie is? Belangrijk verschil is wel de historische context, met name de wettelijke status van pornografie van nu die hemelsbreed verschilt met die van toen. Was pornografie vroeger verboden, nu zijn er behalve op kinderporno nauwelijks wettelijke beperkingen. De huidige situatie van seksuele vrijheid dankt zijn ontstaan aan de seksuele revolutie van de jaren zestig en in het bijzonder aan de opheffing van het wettelijke verbod op pornografie in het kielzog van deze seksuele revolutie, die de weg opent voor een vrije maatschappelijke verspreiding van pornografische geschriften. In de daarop volgende digitale revolutie wordt via internet de maatschappij minder overspoeld met pornografische geschriften, dan wel met pornografische beelden. Wanneer we nu over porno spreken denken we in de eerste plaats aan de orgie van seksuele beelden die via internet voor iedereen toegankelijk is. Pornografie heeft alle lagen van de maatschappij bereikt. Maar de vraag is of we er zo gelukkig mee zijn. De pornografie heeft zich ontworsteld aan maatschappelijke wetten en verboden, maar heeft een eigen wetmatigheid in het leven geroepen van geboden waaraan op subtiele wijze iedereen in onze samenleving is gebonden. Het eerdere verbod is veranderd in een gebod, waardoor de mens wellicht onvrijer is dan ooit. Het wordt steeds moeilijker, zeker voor de jeugd, het eigen fantasieleven af te schermen van het dagelijkse bombardement aan seksuele beelden uit de media. De pornografie wordt hierbij als dwingend ervaren, als leverancier van pornocodes die het seksuele gedrag van de huidige jeugd voorschrijven.

Ethiek van verlangen

Aanpassing aan een seksuele pornocode is de ene kant van het verhaal. Het eigen verlangen wordt dan ondergeschikt gemaakt aan de wijze waarop de mens meent zichzelf te moeten presenteren als begeerlijk object. Deze kant is dominant geworden sinds de industrie kans heeft gezien om de opheffing van het wettelijk verbod op pornografie commercieel uit te buiten en een pornografisch regiem in te stellen waaraan de mens zich onderwerpt. De pornografie heeft ook een andere kant en wel die van het eigen verlangen. De pornografie richt zich dan op de wijze waarop het seksuele verlangen wordt onderdrukt en kan worden bevrijd. Deze functie van de pornografie richt zich tegen de aanpassing van de mens aan een seksueel vijandige of knellende omgeving op soortgelijke wijze als de psychoanalyse dat doet. Het seksuele verlangen kan botsen met de omgeving, maar moet volgens de psychoanalyse zeker niet zonder meer worden prijsgegeven in een kritiekloze aanpassing aan de omgeving. Door het seksuele verlangen tot onderwerp te nemen heeft de pornografie een soortgelijke ethische strekking als de psychoanalyse. Dit is de ethiek om onder geen beding van dit verlangen afstand te willen of te hoeven doen, volgens het motto van de Franse psychoanalyticus Jacques Lacan: Il ne faut pas céder sur son désir. Verschil tussen beiden is dat de uiting van het seksuele verlangen door de psychoanalyse wordt geproblematiseerd en door de pornografie geïdealiseerd. Pornografie idealiseert de seks door in te spelen op het seksuele verlangen dat latent in ieder van ons aanwezig is. De taal die hierbij gebezigd wordt is die van de verleiding en de structuur die van een sprookje zoals ik in De pornografische verleiding heb uiteengezet.[3] Pornografische vertellingen zijn sprookjes voor volwassenen die voor de verleiding staan af te wijken van het saaie pad van de deugd en in te gaan op de verlokkingen van de ondeugd. Het moment waar het in de pornografie op aan komt is de vraag is hoe lichamelijke geilheid in gewone dagelijkse situaties kan worden opgeroepen en hoe daaraan al dan niet gehoor wordt gegeven. Een blik of gebaar kan plotseling seksueel beladen worden en de vraag oproepen naar al dan niet een verdere seksuele uitbouw van dit contact. Fantasieën worden geprikkeld om het ondenkbare van bepaalde seksuele relaties in praktijk te brengen en het sublieme van onbekende seksuele ervaringen te ondergaan. Essentieel zijn ook bekentenissen van mensen met meer seksuele ervaring dan de lezer. Dit verklaart bijvoorbeeld het grote succes ook in onze tijd van het boek Het seksuele leven van Catherine M. van de Franse kunstcritica en uitgever van een prestigieus art-magazine Catherine Millet, die schandaal verwekte door haar vele seksuele omzwervingen uit de doeken te doen. Lezen van pornografie heeft altijd de sfeer van initiatie in seksuele gedragingen of seksuele praktijken die voor de lezer tot dan toe gesloten of ontoegankelijk waren. In de persoonlijke leefsfeer zal ieder altijd tegen seksuele grenzen aanlopen en zich afvragen of deze wel of niet overschreden moeten worden. De pornografie geeft het zetje dat nodig is voor de mens om dit verlangen actief te onderzoeken. De verwoording of verbeelding van het seksuele verlangen in de pornografie is even onuitroeibaar als het seksuele verlangen zelf.

Noten


[1] Naomi Wolf, De zoete leugen of de mythe van de schoonheid, Amsterdam, Amber, 1991.

[2] Martine Delfos, De derde seksuele revolutie, interview in M, Het maandblad van NRC Handelsblad, december 2008.

[3] Pierre Courage, De pornografische verleiding, Soesterberg, Aspekt, 2008.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>